IEF 22020
29 april 2024
Artikel

Seminar Fashion en Recht op woensdag 5 juni 2024

 
IEF 22019
29 april 2024
Uitspraak

Advies OCNL is geen besluit in de zin van art. 1:3 Awb

 
IEF 22016
29 april 2024
Uitspraak

Gerecht EU: bekendheid merk wordt geleidelijk verworven en verloren

 
IEF 21959

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten.

Zwarte lijst artsen verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 mrt 2024, IEF 21959; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS), https://ie-forum.nl/artikelen/zwarte-lijst-artsen-verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024, IEF 21959, IT 4505; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS) SIN c.s. hebben de websites zwartelijstartsen.com en zwartelijstartsen.nl samengesteld en online gezet waarop zowel artsen als zorgverleners worden vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van SOS, inhoudende dat de onrechtmatige uitingen worden verboden, de domeinnamen aan SOS worden overgedragen en aan Google wordt verzocht vermeldingen van deze websites uit de zoekresultaten te verwijderen, toegewezen [IEF 19694]. SIN c.s. heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld. 

IEF 21939

Vof ontbindt gerechtvaardigd franchiseovereenkomsten met De Parfumerie B.V.

Rechtbanken 25 okt 2023, IEF 21939; ECLI:NL:RBDHA:2023:20322 (De Parfumeur B.V. tegen de vof), https://ie-forum.nl/artikelen/vof-ontbindt-gerechtvaardigd-franchiseovereenkomsten-met-de-parfumerie-b-v

Rb. Den Haag 25 oktober 2023, IEF 21939; ECLI:NL:RBDHA:2023:20322 (De Parfumerie B.V. tegen de vof). Silk Cosmetics (aandeelhouder en bestuurder van De Parfumeur B.V.) exploiteert sinds 2012 een groothandel in parfums en cosmetica. Gedaagden vormen een vof en hebben meerdere overeenkomsten met De Parfumeur B.V. gesloten ter exploitatie van hun parfumeriewinkel. De vof exploiteert haar parfumeriewinkel in een pand waar zich een startvoorraad behorend tot De Parfumeur B.V. bevindt. Deze samenwerking heeft een vorm van een franchiseovereenkomst. Begin 2022 had de vof betalingsachterstanden jegens eiser. De Parfumeur B.V. vordert in conventie verklaring tot ontbinding met als grond dat de vof niet voldaan heeft aan verschillende sommaties. De vof vordert in reconventie verklaring dat de overeenkomsten door haar zijn ontbonden, onder meer wegens schending van de zorgplicht (artikel 7:919 BW) en het feit dat Parfumeur B.V. geen intellectuele eigendomsrechten had op de Parfumeur-formule.

IEF 21956

Tussenvonnis inzake bevoegdheid bij auteursrechtclaim Philips

Rechtbanken 13 mrt 2024, IEF 21956; ECLI:NL:RBGEL:2024:1419 (Philips tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/tussenvonnis-inzake-bevoegdheid-bij-auteursrechtclaim-philips

Rb. Gelderland 13 maart 2024, IEF 21956; ECLI:NL:RBGEL:2024:1419 (Philips tegen gedaagde). Philips vordert in de hoofdzaak een bevel tot staking van inbreukmakende handelingen op de auteursrechten van Philips. Gedaagde heeft hiertegen een bevoegdheidsincident opgeworpen en stelt dat op grond van artikel 99 Rv niet de rechtbank Gelderland, maar de rechtbank Noord-Holland bevoegd is, omdat gedaagde in Groningen woont. Philips voert verweer en stelt dat sprake is van een auteursrechtinbreuk en dus een onrechtmatige daad. Daardoor is de rechtbank waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan mede bevoegd op grond van artikel 102 Rv. De rechtbank oordeelt dat de producten online werden aangeboden en dus ook schade is geleden in Gelderland, waardoor artikel 102 Rv van toepassing is. Philips heeft de mogelijkheid te kiezen tussen de verschillende rechtbanken. De vraag of daadwerkelijk schade is geleden, is pas in de hoofdprocedure relevant.

IEF 21955

Uitspraak ingezonden door Terry Häcker.

Tesco verliest zaak tegen Lidl over gebruik gele cirkel (VK)

19 apr 2023, IEF 21955; (Lidl tegen Tesco), https://ie-forum.nl/artikelen/tesco-verliest-zaak-tegen-lidl-over-gebruik-gele-cirkel-vk

UK High Court 19 april 2023, IEF 21955; (Lidl tegen Tesco). Lidl heeft een rechtszaak aangespannen tegen Tesco voor het schenden van zijn handelsmerk en auteursrecht door het gebruik van gele stickers met blauwe achtergrond. Lidl stelt dat Tesco de branding heeft gekopieerd om zo mee te kunnen liften op zijn ‘goede reputatie’. Het gaat om het gebruik van de “Clubcard”-cirkels voor producten die afgeprijsd zijn. Deze staan naast het reguliere prijsetiket en zouden, volgens Lidl, kunnen leiden tot verwarring bij de consument. 

IEF 21954

Verzoek tot getuigenverhoor in octrooizaak afgewezen

Rechtbanken 7 mrt 2024, IEF 21954; ECLI:NL:RBDHA:2024:3028 (NGCM tegen TU Delft), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-tot-getuigenverhoor-in-octrooizaak-afgewezen

Rb. Den Haag 7 maart 2024, IEF 21954, ECLI:NL:RBDHA:2024:3028 (NGCM tegen TU Delft). TU Delft heeft in 2013 een octrooiaanvrage gedaan voor een Nederlands octrooi met de titel “Biobased membrane”. Het ziet op een biologisch membraan voor betonbehandeling. Het octrooi is verleend op 7 april 2015. Met inroeping van de prioriteit van het octrooi heeft TU Delft ook een Europese octrooiaanvrage ingediend. Het Europese octrooi op deze versie is verleend. Door NGCM en TU Delft is vervolgens een exclusieve exploitatieovereenkomst getekend. NGCM was alleen geïnteresseerd in de non-sludge-based toepassingen uitgaande van algen/alginaat. Omdat deze toepassing nog niet goed werkt en niet commercieel toepasbaar is, hadden partijen afgesproken samen te werken bij het vinden van een oplossing bij dit probleem. NGCM stelt betalingen te hebben opgeschort, omdat de toepassing nog steeds niet commercieel toepasbaar is. NGCM verzoekt de rechtbank tot het toelaten van een getuigenverhoor als bewijsmiddel dat gesprekken zijn geweest tussen de partijen waarin TU Delft zou hebben bevestigd dat de non-sludge-based toepassingen niet beschermd zijn en NGCM deze toepassing mag (blijven) gebruiken. Het verzoek wordt afgewezen wegens gebrek aan belang, omdat het onaannemelijk is dat het horen van getuigen zal leiden tot vaststelling van de geldigheid en de beschermingsomvang van het octrooi.

IEF 21953

HvJ EU licht toe wanneer een advocaat onafhankelijk is

HvJ EU 30 jan 2024, IEF 21953; ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-licht-toe-wanneer-een-advocaat-onafhankelijk-is

HvJ EU 30 januari 2024, IEF 21953, IEFbe 3724; ECLI: ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO). In deze zaak wordt ingegaan op de genuanceerde interpretatie van het begrip “advocaat” binnen de context van het EU-recht. In casu werd door Bonnanwalt intrekking van het Uniemerk “tagesschau” gevorderd wegens non-usus. Het EUIPO trok het Uniemerk slechts gedeeltelijk in, waartegen Bonnanwalt in beroep ging en de zaak uiteindelijk bij het Hof terechtkwam. Het Gerecht achtte het beroep niet-ontvankelijk, op grond van een gebrek aan behoorlijke vertegenwoordiging in de zin van art. 51, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht en art. 19, leden 3 en 4, van het Statuut van het Hof van Justitie. De kern van het door het Gerecht gewezen arrest was het waargenomen gebrek aan onafhankelijkheid van de advocaat van Bonnanwalt, die werkte voor een kantoor dat eigendom was van de directeur van Bonnanwalt. De directeur van appellant was dus tevens de leidinggevende van het advocatenkantoor dat appellant vertegenwoordigede. Dit zou volgens het Gerecht leiden tot gelijklopende belangen tussen het advocatenkantoor en Bonnanwalt.

IEF 21942

Gebruik foto in boek over corruptie in Suriname toegestaan

6 mrt 2024, IEF 21942; ECLI:NL:RBROT:2024:1771 (Eisers tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-foto-in-boek-over-corruptie-in-suriname-toegestaan

Rb. Rotterdam 6 maart 2024, IEF 21942, IT 4493; ECLI:NL:RBROT:2024:1771 (Eisers tegen gedaagde). Gedaagde heeft een boek gepubliceerd waarvan de voorkant en één van de pagina’s een foto van eiser bevat. Eisers staan afgebeeld onder de kop "hoofdrolspelers" een worden veelvoudig in het boek genoemd. Eisers stellen dat zij in het boek beschuldigd worden van corruptie en betrokkenheid bij een inbraak en een mislukte moordaanslag. Eisers vorderen primair een publicatieverbod voor het boek, wegens schending van het portretrecht en zo ook het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De voorzieningenrechter oordeelt dat wegens het actuele openbaar belang in Suriname, namelijk corruptie, sprake is van grote journalistieke vrijheid. Daarnaast zijn de grenzen van toelaatbare kritiek ruimer als het gaat om kritiek op personen in de publieke belangstelling. Het handelen van gedaagde is niet onnodig diffamerend en/of buitensporig. Het recht op vrijheid van meningsuiting van gedaagde weegt in dit geval zwaarder dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eisers. De eis wordt afgewezen.

IEF 21952

Save the date: verdediging “Verbod en evenredigheid in het intellectuele- eigendomsrecht” op 21 mei

Op dinsdag 21 mei om 14:30 uur verdedigt Peter Teunissen zijn proefschrift “Verbod en evenredigheid in het intellectuele-eigendomsrecht”.
Het proefschrift biedt een systematische bespreking van de betekenis van het evenredigheidsbeginsel voor rechterlijke verboden in het intellectuele-eigendomsrecht. Het bevat een overzicht van de factoren die van belang (kunnen) zijn bij de toepassing van het evenredigheidsbeginsel en gaat in op de wijze waarop dit beginsel doorwerkt in het Nederlandse recht. Daar waar incompatibiliteiten met het Unierecht naar voren komen, zijn in het proefschrift voorstellen gedaan tot interpretatie, aanpassing en aanvulling van ons nationale recht.

IEF 21951

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

HvJ EU 22 feb 2024, IEF 21951; ECLI:EU:C:2024:151 (GEMA tegen GL), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-europese-a-g-inzake-mededeling-aan-het-publiek

HvJ EU Conclusie A-G 22 februari 2024, IEF 21951, IEFbe3723; ECLI:EU:C:2024:151 (GEMA tegen GL). GEMA is een organisatie voor het collectieve beheer van auteursrechten op het gebied van muziek en heeft bij de Duitse bodemrechter een vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen GL, de exploitant van een appartementsgebouw, op grond dat laatstgenoemde in die appartementen televisietoestellen ter beschikking stelt die zijn uitgerust met een kamerantenne waarmee uitzendingen kunnen worden ontvangen. Omdat in onderhavige zaak geen sprake is van een “centrale ontvangst” en de rechter eraan twijfelt of dit een mededeling aan het publiek is, heeft zij het HvJ EU de volgende vraag gesteld:

Is er sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3 van [richtlijn 2001/29] wanneer de exploitant van een flatgebouw televisietoestellen in het flatgebouw ter beschikking stelt die elk door middel van een kamerantenne uitzendingen ontvangen zonder een centrale ontvangst voor de doorgifte van de signalen?”